En wanneer is er sprake van een kopie?

Een van de voorwaarden om mee te kunnen doen aan de Brabantse Amateurkunst Prijs, was dat het werk origineel moest zijn. En géén kopie van andermans werk.
Maar wat betekent dat nu eigenlijk?  ‘Origineel werk’?

Reproductie en nabootsing hebben altijd een grote rol gespeeld in de kunstgeschiedenis. Al tijdens de Griekse periode werden er afgietsels en stempels gemaakt om kunst en beeldhouwwerk te reproduceren.

De redenen voor nabootsing verschillen ook in de loop der jaren. Maar waar er door kunstenaars en hun leerlingen voorheen vooral prenten en beeldhouwwerk gebruikt werden ter inspiratie, veranderde de nabootsing in kopieerwerk. Kunstwerken worden regelmatig gereproduceerd door derden om vervolgens voor een relatief laag bedrag te worden verkocht.

In de jaren dat wij de Brabantse Amateurkunst Prijs hebben georganiseerd, gaven wij de voorkeur aan origineel werk.  Of een originele creatie die op basis van een bestaand idee tot stand is gekomen.
Hoe knap een werk ook nageschilderd mag zijn, het komt NIET in aanmerking voor deze verkiezing.

Wat vind jij? Is het afgebeelde werk van Morimura origineel genoeg, of is er nog steeds sprake van een kopie?

Maar waar trek je de grens?
Voor de jury en het bestuur van SBV was het soms best lastig om te beoordelen of een werk  ‘geleend is’ van een andere meester. Gelukkig is er Google Image Search, maar desondanks slipten soms toch nog wat inzendingen door de mazen van het net.

Daarnaast is het moeilijk om te beoordelen in hoeverre er sprake is van een persoonlijke stijl of stempel, als een werk duidelijk gebaseerd is op andermans creatie.

Wanneer is een werk origineel in de zin van de auteurswet ***?

Wat PRECIES moet worden verstaan onder ’originaliteit’ of ’oorspronkelijkheid’ werd uitgewerkt door rechtspraak en rechtsleer.
Twee voorwaarden moeten worden vervuld om van originaliteit of oorspronkelijkheid te spreken.

Eerste voorwaarde: intellectuele schepping

Eerst moet het gaan om een eigen intellectuele schepping van de auteur: creatie van de menselijke geest. Er moet een band zijn tussen het beschermde werk en de auteur.

Tweede voorwaarde: persoonlijke stempel

Tweede voorwaarde wordt gevormd door de aanwezigheid van een persoonlijke stempel van de auteur. Er moet met name een eigen inbreng van de auteur of maker terug te vinden zijn in het werk. Het werk moet als het ware een individueel karakter uitstralen van de auteur of maker. Het werk moet dus het banale overstijgen.

Wanneer is er géén sprake van auteursrecht?

Zolang iets een stijl is, heeft het geen auteursrecht. Zo heeft kunstschilder Piet Mondriaan bijvoorbeeld geen auteursrecht op zijn abstracte schilderstijl van rechte zwarte lijnen en primaire kleuren. Iedereen mag deze stijl in principe gebruiken. Op de werken zelf heeft hij echter wel auteursrecht. Het werk mag dus niet letterlijk gekopieerd worden.

BRON ***:

http://www.benthemgratama.nl/2014/10/31/auteursrecht/